Monitoringplan in het kader van SESTA

In Landbouw, Biomethaan door agriportance GmbHLaat een reactie achter

In dit artikel kijken we naar het bewakingsplan in het kader van de wet op de handel in emissierechten voor brandstoffen (BEHG) en zoeken we uit voor wie dit geldt en welke eisen hieruit voortvloeien. Daarnaast bekijken we de DEHSt-presentatie van 04.07.2023 om een uitgebreid overzicht te krijgen van het nationale emissiehandelssysteem (nEHS) in Duitsland.

Wie wordt getroffen?

De Wet Brandstofemissiehandel (BEHG) heeft invloed op biomethaan dat van het aardgasnet wordt afgenomen. Vanaf dit jaar valt biomethaan onder de nationale emissiehandel. Vanaf 1 januari 2023 moeten distributeurs die voor het eerst onder de energiebelasting voor biomethaan vallen, ook voldoen aan de SESTA. In de regel zijn dit biomethaanhandelaren of BGAA's.

De EmissieRapportageVerordening (EBeV 2030) regelt de bepaling van emissies, rapportage en verificatie in het kader van de SESTA van het jaar 2023 tot het jaar 2030. Het is belangrijk op te merken dat brandstofemissies uit duurzame biomassa kunnen worden toegepast met een emissiefactor nul. Hiervoor moet wel apart bewijs van de duurzaamheid van de gebruikte biomassa worden overlegd.

Welke eisen vloeien voort uit het monitoringplan onder de Fuel Emissions Trading Act (SESTA)?

De rapportageverplichting onder de SESTA heeft in principe betrekking op CO2-emissies van alle energiebronnen die in de Wet op de energiebelasting zijn geregeld, inclusief biomethaan. Brandstofemissies uit duurzame biomassa kunnen echter worden beoordeeld met een emissiefactor nul, wat betekent dat er geen emissierechten voor hoeven te worden ingeleverd.

Om gebruik te kunnen maken van de emissieloze emissiefactor voor biogene emissies overeenkomstig artikel 8 (2) EBeV 2030, moet een bewijs van de duurzaamheid van de gebruikte biomassa worden ingediend bij DEHSt. Dit bewijs moet worden geleverd in de hele toeleveringsketen en er moet een massabalans worden bijgehouden. Een voorwaarde voor het registreren en indienen van het bewijs is certificering langs de toeleveringsketen.

Tot nu toe werden alleen biomethaaninstallaties met ten minste 2 MW nominaal thermisch ingangsvermogen gecertificeerd onder de duurzaamheidsverordening biomassastroom. Installaties onder deze drempel waarvan het biomethaan aan het aardgasnet wordt geleverd, moeten nu mogelijk worden gecertificeerd. Op dit moment is de functionaliteit voor het overbrengen van de duurzaamheidscertificaten uit de Nabisy-database van de BLE technisch nog niet opgezet. Tot dit is gebeurd, geldt een overgangsbepaling waarbij het elektronisch bewijs via een erkend certificatiesysteem (bijv. SURE) kan worden doorgegeven.

DEHSt presentatie van 04.07.2023

De DEHSt (Duitse autoriteit voor emissiehandel) gaf een presentatie over het nationale emissiehandelssysteem (nEHS) in Duitsland, dat dient als een pakket maatregelen om klimaatdoelen veilig te stellen. Het omvat CO2-beprijzing voor sectoren buiten het EU-ETS. De BEHG biedt het wettelijke kader voor het nEHS vanaf 2021. DEHSt is verantwoordelijk voor de handhaving van het nEHS en het EU ETS. De inkomsten uit de handel in certificaten vloeien naar het Klimaat- en Transformatiefonds, dat verschillende klimaatbeschermingsmaatregelen en nationale en internationale klimaatbeschermingsprojecten financiert.

Basisaspecten van het monitoringplan

Er is een eenvoudige OB die wordt gebruikt als alleen standaardwaarden volgens bijlage 2 EBeV 2030 worden gebruikt. Voor andere gevallen is er de reguliere OB, die met name wordt gebruikt voor individuele bepaling van berekeningsfactoren en bepaling van brandstofhoeveelheden zonder verwijzing naar de energiebelastingaangifte. Het monitoringplan garandeert de naleving van de emissierapportage op basis van goedgekeurde monitoringmethoden.

Het monitoringplan vormt de basis voor het opstellen van alle emissieverslagen vanaf 2024. Het moet voor de handelsperiode tot 2030 uiterlijk 31.10.2023 worden opgesteld via het DEHSt-platform met behulp van de daarvoor bestemde elektronische sjablonen (Form Management System, FMS). Het monitoringplan beschrijft de monitoringmethode voor het berekenen van de brandstofemissies. In principe moet de monitoring van emissies transparant, volledig, vergelijkbaar, consistent en nauwkeurig zijn. Nieuwe installaties (dat zijn installaties die na 29.02.2020 in bedrijf zijn genomen) moeten het monitoringplan indienen vóór de datum waarop zij voor het eerst onder de verplichtingen van hoofdstuk 5 van de TEHG vallen. Dit betekent dat de monitoringplannen niet alleen op het moment van inbedrijfstelling moeten worden ingediend, maar al vóór de eerste emissie van broeikasgassen. De monitoringplannen en de ondertekening ervan moeten elektronisch worden ingediend via het Virtual Post Office (VPS). 

Wijzigingen in het monitoringplan

Er moet onderscheid worden gemaakt tussen significante en niet-significante wijzigingen in het monitoringplan. Dit leidt tot verschillende kennisgevingsverplichtingen. Significante wijzigingen zijn bijvoorbeeld: 

  • Opname van materiaalstromen en emissiebronnen die nog niet in het monitoringplan zijn opgenomen
  • Het toegepaste niveau wijzigen
  • Verandering van monitoringmethode, bijvoorbeeld van standaardmethode naar massabalans of van standaardmethode naar continue emissiemeting
  • Verandering van meetinstrument als het bewijs van naleving van het vereiste niveau verandert (behalve vervanging van een meetinstrument door een gekalibreerd meetinstrument)
  • Verandering van laboratorium (behalve verandering naar een laboratorium geaccrediteerd volgens DIN EN ISO/IEC 17025)

In het geval van een significante verandering wordt het monitoringplan onverwijld aangepast. 

Niet-significante wijzigingen zijn wijzigingen die dienen om te corrigeren wat al beschreven is in het monitoringplan en alle andere uitzonderingen op de hierboven genoemde significante wijzigingen. Deze omvatten bijv:

  • Adreswijzigingen, wijziging van contactpersoon voor de instelling of wijzigingen van verantwoordelijkheden binnen de instelling
  • Capaciteitswijziging van een installatie zonder wijziging van de emissievergunning en zonder toevoeging van nieuwe emissiebronnen of stofstromen, wijziging van installatieonderdelen of technologieën die in de installatie worden gebruikt, wijziging van de installatiecategorie of de indeling van stofstromen zonder dat moet worden voldaan aan vereisten van een hoger niveau volgens MVO in vergelijking met het goedgekeurde monitoringplan.
  • Wijziging van het in opdracht gegeven laboratorium indien opdracht wordt gegeven aan een geaccrediteerd laboratorium in de zin van art. 24 lid 1 MVO.
  • Verandering in het verzamelen van gegevens door de leverancier als door specificaties in het monitoringplan wordt gewaarborgd dat aan de eisen van de MVO wordt voldaan en hiervan bewijs wordt bewaard.

Alle niet-significante wijzigingen aan het monitoringplan moeten worden verzameld en samen met de volgende significante wijziging worden gemeld aan DEHSt.

Systeem voor formulierbeheer (FMS)

Het FMS stelt gebruikers in staat om op efficiënte wijze een monitoringplan op te stellen. Naast directe gegevensinvoer ondersteunt het systeem ook het importeren van monitoringplannen. Versiebeheer is ook mogelijk. Het monitoringplan kan bovendien in twee modi worden ingesteld. 

LeesmodusIn de leesmodus kan de informatie in het monitoringplan alleen worden gelezen.

BewerkingsmodusIn de bewerkingsmodus zijn alle functies voor het bewerken van het monitoringplan ingeschakeld. 

Structuur van de formulieren in de FMS

Figuur 1:
Structuur van de formulieren in de FMS [5].

Figuur 2:
Directory-structuur in het FMS [5]

Directory-structuur in de FMS

De vetgedrukte formulieren worden altijd initieel aangemaakt in het monitoringplan. Alle andere formulieren kunnen naar behoefte worden aangemaakt door de systeembeheerder. Om formulieren toe te kunnen voegen, moet het formulier van een hoger niveau geselecteerd zijn in de boomstructuur. Als er bijvoorbeeld een formulier "Meetapparaat" moet worden gemaakt, selecteert de installatiebeheerder eerst het formulier "Voorblad". De mogelijke formulieren die gemaakt kunnen worden verschijnen dan boven de boomstructuur (zie Figuur 2). Alleen formulieren die vereist zijn vanwege de installatieconstellatie moeten worden aangemaakt. Als een monitoringplan moet worden ingediend bij DEHSt, moet het bestand worden geëxporteerd als ZIP-bestand. Het bestand moet dan via de VPS naar DEHSt worden doorgestuurd. 

Virtueel postkantoor (VPS)

Elektronische communicatie met DEHSt vindt plaats via het Virtueel Postkantoor (VPS). Het VPS is een soort elektronisch postkantoor waar berichten veilig naartoe kunnen worden gestuurd en waar inkomende berichten moeten worden opgehaald. Het VPS zorgt ervoor dat echt alleen de beoogde ontvanger het bericht kan ontsleutelen en lezen. 

Handtekening

Om berichten via het VPS te versturen zijn een handtekeningkaart (SmartCard) met een geldige gekwalificeerde handtekening (QES) en een geschikte kaartlezer (SmartCardReader) nodig. 

Tot slot is het vermeldenswaard dat het DEHSt-platform wordt gebruikt voor het communiceren en indienen van monitoringplannen en emissieverslagen. Het is belangrijk om een nalevingsaccount in te stellen in het nEHS-register om gegevens in te dienen. Het invoeren van gegevens gebeurt in het Forms Management System (FMS) en nadat het monitoringplan is aangemaakt in het FMS, wordt het geëxporteerd, geüpload en ondertekend en ingediend via het DEHSt-platform.

Bronnen

[1] Welkom en inleiding tot het programma van het evenement

https://www.dehst.de/SharedDocs/downloads/DE/praesentationen/nehs-infoveranstaltung-2023-07-kuehleis.pdf?__blob=publicationFile&v=4

[2] Het monitoringplan maken in het Formulieren Management Systeem (FMS)

https://www.dehst.de/SharedDocs/downloads/DE/praesentationen/nehs-infoveranstaltung-2023-07-kellner.pdf?__blob=publicationFile&v=5

[3] Algemene inleiding tot emissierapportage en monitoring

https://www.dehst.de/SharedDocs/downloads/DE/praesentationen/nehs-infoveranstaltung-2023-07-alsters.pdf?__blob=publicationFile&v=6

[4] Elektronische communicatie met de Duitse autoriteit voor emissiehandel

https://www.dehst.de/SharedDocs/downloads/DE/praesentationen/nehs-infoveranstaltung-2023-07-hinz.pdf?__blob=publicationFile&v=5

[5] Richtsnoeren voor het opstellen van monitoringplannen en emissieverslagen voor stationaire installaties in de 4e handelsperiode (2021 tot 2030)

https://www.dehst.de/SharedDocs/downloads/DE/stationaere_anlagen/2021-2030/Ueberwachungsplan-Emissionsbericht_Leitfaden.pdf?__blob=publicationFile&v=8

Laat een reactie achter